2-op-reis.reismee.nl

Dag 20: San Francisco

Na weer een prima ontbijtje uitgechecked bij de Berkshire Inn, afscheid genomen van de eigenaar (Kevin) en koers gezet naar San Francisco. Daar komen we rond 2 uur aan. Te vroeg om al een motel te zoeken, dus we kijken eerst bij Fishermans Wharf rond. Dat is de bekendste plek waar alle leuke winkeltjes e.d. zijn. Je auto parkeren is wel lastig en kost je minimaal $15. We kopen alvast kaartjes voor een excursie naar Alcatraz morgen. Pier 39 is een pier met allemaal leuke winkeltjes en eettentjes (en hele lekkere ijsjes

Tongue out
) , straatartiesten, etc. Op het eind staat een straatartiest die een hele leuke show geeft die we afkijken.

In de haven liggen een aantal houten vlotten. Daarop liggen heel veel zeeleeuwen te zonnen. Grappig om te zien hoe ze elkaar wegduwen met luid geblaf (mmh, hoe heet het geluid dat zeeleeuwen maken?). Ze zijn hier gekomen na de aardbeving van 1989 en omdat er veel vis zit kwamen er steeds meer en namen ze de haven over. Eind 2009 verdwenen ze even mysterieus als dat ze gekomen waren, maar in maart 2010 keerde er een stuk of 80 terug.

Dan gaan we op zoek naar een motel. We rijden eerst een beetje zomaar rond en voor we het weten zijn we bij de Golden Gate Bridge! Bij de brug is een uitkijkpunt waar we uitstappen, foto’s maken en een stuk over de brug wandelen.

We nemen een motel op Lombard street, niet al te ver lopen van Fishermans Wharf. Daar gaan we lopend terug naar toe voor het avondeten. We eten heerlijk (maar niet zo goedkoop) vis in een restaurant met uitzicht aan de haven. Maar het is al best laat; we lopen er binnen rond half 10 en gaan naar 10 uur als laatste weg. Nog even bij de zeeleeuwen kijken en dan terug naar het motel.

Dag 19: Yosemite

Vanuit het hotel was het een half uurtje rijden tot de ingang van het Yosemite park waar we weer een krant en plattegrond krijgen. Het valt meteen op dat deze niet zo gedetailleerd zijn als die van de andere parken. We rijden eerst in de richting van het meest toeristisch punt; Yosemite valley. We zien al snel na de ingang de eerste waterval en stoppen meteen om foto’s te maken. In de volgende bocht nog een. Weer stoppen. In deze periode van het jaar zijn er veel mooie watervallen omdat de sneeuw aan het smelten is en de rivieren vult. We besluiten niet bij alle kleintjes te stoppen. Onno rijdt naar de eerste grote (Bridalveil Fall) waterval. Camera en fototoestel pakken en even een stukje wandelen. Mmmh, we komen best veel mensen tegen die er erg nat uitzien? Waarom zijn die mensen zo nat?? Daar kwamen we snel achter. Jij kunt tot heel dicht bij de waterval komen, en het is niet zo’n miezerig dingetje maar echt een enorme: het water plenst van 188 meter naar beneden! Als je het laatste stukje van het pad wil lopen dan loop je in de dikke nevel. En tuurlijk… onze poncho’s hebben we meegenomen maar in de auto laten liggen. Toch even proberen… rennen naar het eind van het pad, rondkijken en weer terug. Lachend en behoorlijk nat rennen we terug. Ach, het is lekker weer en wij hebben het tenminste gedurfd!

We kijken nog wat rond, maken veel foto’s en hup naar de volgende. Dat is de bekendste: Yosemite Falls. Het zijn eigenlijk twee watervallen boven elkaar. Het is erg druk dus wij moeten eerst in de file een rondje rijden tot wij een parkeerplaats vinden en dan moeten we nog een stuk terug wandelen. Andrea wil heel graag de wandeling naar de Upper Fall doen maar dat is 8 uur. Dus… dat halen wij niet meer. Het zou ook een enorme klim geweest zijn.

We hebben een mooi paadje gezien dat door een grasveld heen liep. En het leek de kortste weg terug naar de auto. Maar na een wandeling van een kwartiertje: oh, oh, een sloot. Er is geen weg omheen en het is te breed om er over heen te springen. Helemaal terug of proberen het in een paar sprongen te halen? Het resultaat hieronder:

Het is al 16.45 en we willen nog de sequoia bomen zien (de grootste boomsoort ter wereld) en dat is aan de zuidelijke kant van het park. We besluiten het avondeten nu al te nemen want waar de bomen staan is er geen restaurant. We zijn nog net op tijd om een hotdog en wat friet te halen. De tent ging om 17.00 dicht. Raar!!! Er kwamen nog veel mensen die een hapje wouden nemen.

We zijn pas om 18.40 bij het kruispunt naar de sequoia’s. En verassing!!! De weg is afgesloten. Maar…er staan veel auto’s. We parkeren de auto, kijken op de afsluiting maar daar hangt geen briefje dat je er niet in mag lopen. En er lopen ook anderen mensen. Op een bord staat dat het terrein waar de bomen staan 2 mijl (3,2 km) verder is. We twijfelen. Zouden we het nog voor het donker halen? En dan moeten we ook nog bijna 2 uur terug rijden naar onze hotel. We wagen het erop en lopen flink door. Maar de weg gaat continu omhoog, dus het is best vermoeiend. Na een tijdje vragen we aan een dame die naar beneden komt hoe ver het is. Het blijkt een Nederlandse te zijn en ze schat dat we op de helft zijn. We zijn de enige die nog naar boven gaan, naar beneden gaan er wel mensen. Toch doorgaan dan maar; het moet net lukken om de bomen te zien en weer terug bij de auto te zijn voor het donker is. Er zitten hier trouwens beren; vandaar dat we er liever niet in het donker wandelen.

Undecided

Na een 3 kwartier bergop te hebben gelopen zijn we er. De sequoia’s zijn echt enorm! Je krijgt er enorm veel respect van voor de natuur als je er naar kijkt. Ze kunnen ook duizenden jaren oud worden; de oudste wordt geschat op 2850 jaar.

We hebben helaas geen tijd meer om het bos in te gaan en de wandelroute te lopen, maar we kunnen wel een aantal sequoia’s zien.

Hierna weer terug naar beneden waar we net met het invallen van de duisternis bij de auto zijn. De rit naar het hotel terug (door een pikdonker Yosemite, vol met bergwegen) duurt nog best lang. Af en toe is het spookachtig met waterdamp die opstijgt van de weg, maar een uurtje of 2 later zijn we veilig terug in het hotel.

Dag 18: Bodie… Part 2

Op tijd wakker, en dat moet ook wel want om 10:00 moeten we al uitgecheckt zijn. Het ziet er deze morgen een stuk zonniger uit in Mammoth Lakes.Op naar Bodie! (de weg kennen we ondertussen).

Bodie was dus een mijnstadje in de bergen op 2,5 km hoogte, ontstaan waar William S Bodey goud vond in 1859. Het groeide snel uit tot een stadje van 10.000 mensen en was een wilde stad waar bijna iedere dag wel iemand vermoord werd. “Goodbye God, I am going to Bodie” is een bekende uitspraak geworden. Bodie had in zijn hoogtijdagen 65 saloons, ontelbare bordelen, een chinatown en heel veel foute types! Het werd er in de winter ook erg koud, en nog voordat de stad groeide is William Bodey overleden in een sneeuwstorm. Het stadje is 2x bijna helemaal afgebrand, een keer in 1892 en in 1932. Wat er vandaag staat is nog maar 5% van wat er ooit geweest is. 10 jaar naar de laatste brand vond de overheid het welletjes en werd Bodie ontruimd. In 1962 is het een ‘historic parc’ geworden, maar er wordt niet gerestaureerd.

Als je er rondloopt dan proef je echt de sfeer van het wilde westen. Het is ook heel spookachtig. Alles is vervallen, en als je in de huisjes kijkt zie je tafels nog half gedekt staan onder een dikke laag stof, soms liggen er oude kranten op een tafel, behang laat los, gordijnenflarden hangen voor ramen. Alsof het dorp wacht op de terugkeer van (spook)bewoners…

Na Bodie (prima weertje trouwens) op weg naar Yosemite. Zoals we gisteren al gehoord hadden zijn alle korte routes er naar toe vanaf onze locatie nog afgesloten. We weten al hoe we moeten rijden maar maken voor de zekerheid toch nog een stopje bij een Ranger station. Die zijn hier overal en we krijgen super uitleg met plattegrondjes, tips om te eten en te overnachten, etc. Dat is echt erg goed geregeld hier in the USA. Het ‘stukje’ omrijden wat we moeten doen is ongeveer 6 uur. De wegen die we moeten nemen (eerst de 89 noord en dan de 88 west) gaan stijl omhoog de bergen in. Op een gegeven moment rijd je bijna over de toppen en in de wolken!

Kort eetstopje bij de Mac en dan door naar Groveland. Dat is een dorpje voor de ingang van Yosemite die wij nemen. Nou ja, het is nog een uurtje rijden daarna, maar dan komen waarschijnlijk geen dorpjes en overnachtingsplaatsen meer. In Groveland blijkt ook niet veel te zijn. Geen bekende motelketens in ieder geval. Het 1e hotel dat we binnenlopen ziet er wel heel leuk uit, maar $165,- voor een nacht. Mmh, nee dank u. De dame achter de balie is wel vriendelijk en geeft tips, maar ik geef aan dat we voor de helft iets zoeken en dat wordt moeilijk volgens haar. Schuin tegenover is nog een hotel. Ziet er wat minder uit, kost $235! En dan overnacht je 3 mijl verder op en kan je in het hotel onbijten. Nee, dank u alweer. Maar deze dame is ook vriendelijk en gaat zelfs nog even voor ons bellen naar een ander hotel, maar een kamer voor onder de $100 gaat niet lukken. Aan het einde van het dorpje vinden we nog een motel. Rare dame, ontbijt buiten en een stacaravan met kapotte verwarming voor $50 of een groezelige cabin voor $99. En geen WiFi. Dan kunnen we jullie niet verblijden met ons dagelijks verhaaltje (al in de auto geschreven), dus dat kan ook niet toch? Nee Toch?

Wink

We besluiten toch een gokje te wagen en richting ingang van het park te rijden. Het is al donker (20:30) maar misschien komen we nog wat tegen. Nog geen 5 min uit het dorp hard in de remmen, scherp links en omhoog: nog een hotel. Dit keer een prima prijs: $80,- incl. ontbijt, WiFi. En het blijkt superleuk! Een soort enorm houten landhuis met hele romantische kamers met een deur in het huis en een direct naar buiten en 2 woonkamers waar je gebruik van kan maken. We krijgen een gratis glaasje rose. Heel huiselijk en gezellig, supernetjes en de mensen zijn heel vriendelijk. Helemaal top! Voor wie ook gaat: onthoud die naam: Berkshire Inn net buiten Groveland!

Dag 17: Lake Tahoe, Bodie (van een afstandje) en Mammoth Lakes

Na het ontbijt kijken we een beetje rond bij Lake Tahoe. Hier komen de Californiërs voor de wintersport of in de zomer naar hun vakantiehuis aan het meer. Het is een mooi gebied: een meer tussen de bergen in, veel sparren en (houten) huisjes. Het ziet er qua uitstraling veel Europeser uit dan andere dorpen/steden, een beetje als een Zwitsers dorp. Maar we zitten niet in de goede tijd hier, het wintersport seizoen is net voorbij en het zomerseizoen is nog niet begonnen. Het is dus erg rustig, en het weer zit vandaag niet erg mee. Een graad of 13 en Nederlands grijs bewolkt. We hadden het plan (mits mooi weer) om hier een dag te blijven. Er zijn zelfs mooie strandjes aan het meer gemaakt en je kunt boten, jetski´s en kano´s huren.

Maar met dit weer is aan het meer liggen of een boottochtje niet aan de orde dus na wat tussenstopjes om bij het meer te kijken zetten we koers naar Bodie.

Bodie is een ‘ghost town’; een verlaten mijnstadje. De weg ertoe duurt weer wat langer dan gedacht (incl. een shop-stop bij Wallmart en een picknick langs een meer); we zijn weer een paar uur onderweg. Rond 15:40 draaien we de bergweg naar het stadje zelf op. Die is een kilometer of 20 waarvan de laatste 4 onverhard. Er staan hekken beneden waarop staat dat je na 16:00 uur ‘het park’ niet meer in mag rijden. Maar er staat niet op hoe laat je er uit moet zijn. We scheuren dus naar boven om voor 16:00 bij de ingang te zijn. De laatste 4 kilometer is gravel, stenen en zand. Maar als een volleerd rally equipe schieten we omhoog zodat we om 15:58 bij het hek zijn. Alwaar een vriendelijke ranger verteld dat ze over 2 minuten dicht gaan en dat we dus geen tijd meer hebben om ook maar eens stukje het dorpje in te lopen. We mogen van een afstandje wat foto’s maken en dan moeten we weg. Grrrr……

We komen een ouder Nederlands stel tegen dat net een uurtje rondgekeken heeft en nu ook (net als wij) naar Yosemite National Park wil. Maar de Tioga Pass (een weg in Yosemite waar je overheen komt als je de dichtstbijzijnde ingang neemt) is nog dicht. Die gaat pas (vanwege sneeuw) in juni open. Dat die kans bestond wisten we, dat hadden we al in Nederland uitgezocht. We moeten dan om het park heenrijden en van de andere kant erin. Maar de wegen eromheen zijn ook nog dicht. We moeten dus eerst een heel stuk noordelijker rijden voordat we eromheen kunnen. Zal wel een klein dagje rijden zijn.

Gelukkig zitten we ruim in de tijd, we besluiten om te gaan overnachten in Mammoth Lakes, een stadje op 50 minuten afstand van de ingangsweg naar Bodie zodat we morgenvroeg toch naar Bodie kunnen en daarna de omweg om Yosemite heen kunnen nemen.

Als we Mammoth Lakes inrijden (de weg blijft maar omhoog gaan): verassing! Het is een skioord! We zitten op de top van de bergen, 2600 meter hoog, een graad of4, het sneeuwt zachtjes en waait minder zacht. Het ziet er heel leuk uit, voor Amerikaanse begrippen chique en gezellig! We nemen het ‘Swiss Chalet’ als motel; kamertjes in Zwitserse stijl. Niet luxe of nieuw, wel gezellig!

We kijken even in het centrum van het stadje. Heel leuk allemaal. Eten e.d. is niet goedkoop. Daarna rijden we even naar een skipiste om een blikje te werpen (we laten het niet achter) en rijden naar een restaurant dat ons aanbevolen was door de rare snuiter achter de balie van ons motel. Het eten is ook niet goedkoop, maar eindelijk erg goed! Mjammie, geen burgers maar lekkere soep, heerlijke salade en pasta met zalm (Andrea) en kip (Onno). En nette bediening, een wijnkaart en mogelijkheid tot een biertje bij het eten (vaak is het alleen frisdrank).

Met het buikje vol kijken we nog even rond en gaan dan lekker terug naar ons Zwitsers hokje.

Dag 16:Onderweg naar Lake Tahoe

Geslapen in de een lekker motel (Quality Inn) in Logan voor een redelijke prijs. Stuk beter dan gemiddeld en ontbijt tot 10:30! We zijn dan dus ook niet zo heel vroeg op pad voor ons langste stuk aaneengesloten rijden: Van Logan tot Lake Tahoe is een dikke 1000 km. Rond 11 uur zijn we op weg om een paar uur later een stop te maken bij de Bonneville Speedway. Inderdaad, het stuk bij Salt Lake City dat ik op de heenweg al wou zien. Nu komen we er direct lang, dus dat komt mooi uit. De speedway is een stuk op de zoutvlakte waar snelheidsrecords gebroken worden en waar mensen met hun eigen auto’s proberen zo snel mogelijk de (kwart?) mijl af te leggen. Maar nu even niet! Je neemt de afslag vanaf de interstate (snelweg) die dwars door de grote zoutvlakte gaat, de weg maakt een bocht van 180 graden en dan is het nog maar een kilometer of 6. Ik vond het al raar dat het er nat en niet zo wit uitzag als bekend van TV. Na 6 km houdt de weg op en staat er een bordje “Bonneville Speedway” met wat uitleg, verder niets. En de zoutvlakte staat dus onder water. Blijkt dat er alleen in de zomer en herfst gereden wordt, in de winter/voorjaar staat het blank. Het is dan ook lekker rustig. Af en toe een toerist (zelfs een tour), maar er is verder niets te zien. We picknicken bij de auto (we hadden nog broodjes) en vervolgen onze lange weg dan. Maar niet voordat ik op een droog stukje zoutvlakte even wat met de auto rag, lekker in het zout driften met die 4x4!

Laughing

Later op de dag wordt het nog even spannend als we moeten tanken. Dat doen we altijd erg op tijd (ik rijd niet graag met een lege tank, zeker niet hier). Maar nu komt er maar niets. Als er dan een afslag komt hebben ze geen benzine en de navigatie geeft aan dat er ook geen pompen in de buurt zijn. Dan maar weer de interstate op. De wijzer gaat behoorlijk richting leeg dus we gaan maar even rustig rijden. Uiteindelijk komt er wel een dorpje (we hadden nog een kilometer of 60 kunnen rijden volgens de teller, maar die sprong ook in een paar kilometer van 96 naar 60 resterend terwijl ik heel rustig reed…). Tanken dus, waarbij we nog net de verleiding kunnen weerstaan om een gokje te wagen: we zijn weer in Nevada (de gokstaat), dus overal staan gokautomaten. Ook in de tankstations! We zijn ook weer in een andere tijdzone. Nu weer 9 uur verschil met Nederland.

Rond tien uur komen wij aan in South Lake Tahoe. Dankzij een bonnen boek met allerlei kortingen vinden wij een leuk motel (weer Quality Inn). Na de lange rit drinken we nog een biertje en wijntje aan de bar. Het is heel erg rustig, wij zijn de enige en het licht gaat voor ons aan. Daarna gaan we naar onze kamer.

Dag 15: Yellowstone (en Grand Teton)

Na weer een stevig ontbijt hebben we ons hotel verlaten. We wilden nog naar Old Faithful. Dat is een geiser die erg voorspelbaar is; hij barst iedere 90 minuten uit. De uitbarstingen kunnen tot op 10 min na nauwkeurig voorspeld worden. Donderdag waren we in de avond trouwens ook al even bij Old Faithfull geweest maar toen was de uitbarsting net geweest toen we aankwamen, we zagen nog net de laatste druppels. Toen we vandaag aankwamen hadden we nog ongeveer een half uur tot de volgende uitbarsting, dus we hebben eerst andere geisers die daar in de buurt zijn bekeken. Er liggen in dit gebied de meeste geisers bij elkaar van het hele park. Na de wandeling en de “show” van Old Faithfull (er staan bankjes opgesteld alsof het een theater is) gaan wij richting de South Entrance om het park te verlaten en terug naar het zuiden te reizen.

We stoppen onder weg nog bij Yellowstone Lake. Het is helaas net te fris om te picknicken, dus het word een broodje in de auto.

Onze weg gaat door een ander nationaal park (Grand Teton) heen met mooie bergen en meren. Schitterend uitzicht!!!!

Wij hebben de keuze om op de snelweg te gaan (beetje omrijden) of via de binnen wegen. Wij kiezen voor het laatst en rijden door de gezellige dorpen heen. Ook als het donker is nog door de bergen, dus goed opletten op de hertjes die af en toe langs de weg staan!

Dag 14: Yellowstone

We slapen in de ‘Days Inn’ in West Yellowstone. Dit motel heeft geen donut/koffie ontbijt, maar we krijgen bonnen om te ontbijten in het restaurant ernaast. Kan tot 11:30 dus we hoeven een keer ook niet zo vroeg op te staan! We hebben qua menu geen keuzen (gebakken ei met brood en ham of bacon), maar we gaan dus met een goed gevulde buik op pad. Maar we zijn dus niet zo vroeg in het park. In Yellowstone liggen ringwegen boven elkaar, als een 8. We gaan eerst omhoog en bekijken weer allerlei bizarre plaatsen met geisers, hot pools, etc.

Het weer is prima, maar de temperatuur wisselt nogal. Op sommige plekken is het warm genoeg om in t-shirt te lopen, maar op andere plekken is een trui en jas nog wat fris.

Helaas is het laatste deel van de bovenste rondweg nog dicht, dus we moeten het hele stuk weer terug! Da’s ongeveer 2 uur terug rijden.

Op het eind van de dag hebben we nog net tijd om de Yellowstone Canyon te bekijken. Dat is een prachtige canyon waar een rivier doorheenloopt met verschillend watervallen. We bekijken wel eens stuk of 5 punten vanwaar je de canyon, rivier en watervallen kan zien.

Het is hier langer licht, en dat komt goed uit. We zijn net met het laatste beetje daglicht het park uit, rond 21:15 en gaan dan maar snel naar de McDonnalds voor een nog snellere hap.

Dag 13: Yellowstone

Na ontbijt vertrokken vanuit Brigham City naar Yellowstone. Ondertussen even boodschappen gedaan bij een Wall Mart Superstore (soort Albert Heijn XL maal 10). Het was een uurtje of 4 rijden naar West Yellowstone waar we een motel zoeken en dan nog snel even het park in gaan. We hebben trouwens weer geluk met het weertje, het is een graad of 10 met overwegend zon.

Cool
In het park zijn overal bizons (soms staan ze op de weg en moet je er voorzichtig tussendoor rijden) en geisers. De foto’s spreken voor zich!